Stap 2: De behandeling
De ingreep wordt uitgevoerd onder plaatselijke verdoving. Je blijft gewoon bij kennis. Met een tiental zeer dunne naalden wordt ter plaatse van het te verwijderen vet grote hoeveelheden van een vloeistof langzaam ingespoten. Enerzijds zorgt de vloeistof voor verdoving en het samentrekken van de bloedvaatjes om bloedverlies te voorkomen. Door extra veel vloeistof te gebruiken wordt het vet verdund en kan het vet gelijkmatig worden weggehaald. Dit inspuiten duurt 30 minuten bij een onderkin.
Nadat deze vloeistof vervolgens gedurende minimaal een half uur ingewerkt is, wordt met het verwijderen van het vetweefsel begonnen door middel van een dunne trillende opzuignaald (microcanule). Hiertoe worden enkele heel kleine sneetjes van enkele millimeters in de huid gemaakt, waardoor de naald wordt ingevoerd. Zo wordt het vet van meerdere kanten benaderd om het vet gelijkmatig weg te kunnen halen.
De sneetjes worden niet gehecht om het vocht en wondvocht snel af te kunnen voeren en het sneetje zo mooi mogelijk te laten genezen. Wanneer de behandeling is voltooid, wordt het gebied verbonden met absorberend materiaal waarover je een elastische bandage krijgt.